Test: Ford Ranger Raptor: woestijnracer voor alle dag
De gespierde topversie van Fords gloednieuwe pick-up profileert zich als een lastdier dat nergens voor terugdeinst. Wij lieten hem zijn tanden zetten in de meest uitdagende ondergrond die je je kunt inbeelden.

Speciale turbo’s
In vergelijking met zijn voorganger verschilt de nieuwe Raptor veel meer van de andere Ranger-versies. Om te beginnen kan hij rekenen op een dikke drieliter op benzine, die wordt aangeblazen door twee turbo’s om in totaal 292 pk en 491 Nm aan koppel te produceren. Het bijzondere aan die turbo’s is dat ze via een wastegate gedurende drie seconden op hun maximumregime kunnen blijven draaien als je het gas lost (bijvoorbeeld om een bocht te nemen) en dus steeds paraat staan om weer bij te springen.

Snel… voor een pick-up
Nou, laat maar horen, die V6! We drukken op de startknop, schakelen de pook in D. Het is een zespitter, zoveel is zeker. Maar hij houdt zich erg gedeisd, of toch in de Normal-positie. Dan maar de Sport-stand van de uitlaat inschakelen. Dat is al beter. De motor was al warmgedraaid, dus gaan we ervoor. De tientrapsautomaat schakelt vlotjes op, om in de meeste gevallen in zevende of achtste versnelling te blijven als je op kruissnelheid bent. Negen en tien komen er enkel aan te pas als je de snelweg vervoegt.
Of het vooruit gaat? Voor een pick-up: ja. Maar laat ons wel wezen: 292 pk voor een leeggewicht van bijna 2,5 ton, daarmee laat je een GTI niet achter je. De technische fiche leert dat de standaardsprint naar 100 km/u 7,9 seconden duurt. Je kunt desgewenst doorgaan tot 180 km/u, maar je begrijpt dat de Autobahn niet zijn uitverkoren speelterrein is.

Woestijnracer? A-baja!
Of hij dan liever het zotteke uithangt op een stofferige ondergrond met diepe voren? A-baja, zoals men in het westen van ons land pleegt te zeggen. Maar Baja (spreek uit: ba-ha) is eigenlijk de naam die Ford Performance gaf aan een specifieke offroadrijmodus, die de V6 alle ademruimte geeft (ook aan de uitlaat), het ABS minder snel laat ingrijpen en de schokdempers stugger maakt. Met andere woorden, de Baja-modus maakt er een echte woestijnracer van. We rijden enkele rondjes op iets wat kan doorgaan voor een oefencircuit voor Dakar-aspiranten. Eerst in de Normal-mode, op een rustig tempo om het terrein af te tasten. Daarna in ‘Baja’ en steeds sneller. Hij lijkt over de sporen in het zandweggetje te zweven, maar neemt bochten als op rails. In een brede bocht sturen we in en geven we gas om de achterkant te doen uitbreken. Hij laat zich met de vingertippen controleren, zijn massa ten spijt. Chapeau, Ford Performance!

Airborne
En dan dient zich een schans aan. We accelereren tot op de top en lossen het gas. Heel even zijn we ‘airborne’ en ik zet me schrap voor de impact. In tegenstelling tot de man achter het stuur geeft de Raptor geen krimp bij de landing. Het geheim schuilt in de speciale adaptieve Fox Live Valve-dempers met interne bypass en positie-afhankelijke demping. Heel even gewichtsloosheid ervaren met de vier wielen van de grond eindigt daardoor niet in zorgwekkend gekraak of gestamp, maar gewoon in een brede smile op je gezicht en het gevoel dat deze Raptor werkelijk tegen alles bestand is.

Kind kan de was doen
Die indruk van onverwoestbaarheid wordt nog versterkt als we later de droge, met rotsblokken bezaaide bedding van een bergrivier oprijden die zelfs een trialrijder twee keer zou doen nadenken. We kruipen probleemloos naar omhoog in de zogenaamde Rock Crawl-modus, met het voorste en achterste differentieel vergrendeld. Op een bepaald moment bengelen het linker voorwiel en het rechter achterwiel in de lucht – een situatie waarin de structuur aan enorme torsiekrachten wordt onderworpen. Nochtans hoor je niet het minste metaalprotest. Sterker nog, de deuren openen en sluiten probleemloos, net als de klep van de laadbak, zoals onze instructeur demonstreert.

Handige frontcamera
Deze Ford Ranger Raptor is van zoveel sensoren en rijhulpsystemen voorzien dat een twaalfjarige zich probleemloos en in alle veiligheid een weg kan banen op het onverharde. De frontcamera is een welkome hulp: hij toont je wat er zich vlak voor de auto afspeelt. Ook de Trail Control maakt het je het leven een stuk gemakkelijker: of je nu klimt, daalt of door diepe voren ploetert, de auto regelt de acceleraties en het remgedrag automatisch terwijl jij je kunt concentreren op het sturen.
Natuurlijk spelen de banden een belangrijke rol in het verhaal. In dit geval gaat het om grove ‘ballonnen’ van het type Continental General Grabber LT 285/70 R17 All-Terrain. Daarmee kom je overal, maar wie vooral (of uitsluitend) op het asfalt rijdt, zal dat dikke profiel eerder als een last dan een lust ervaren.

Compleet uitgerust
Als topversie van het Ford Ranger-gamma is de Raptor erg compleet uitgerust. Matrix-ledkoplampen, elektrisch bediende sportzetels, een verwarmbaar sportstuur met duimsteunen, centrummarkering en schakelhendels in gegoten magnesium, volledig digitaal 12,4″-instrumentenbord en verticaal 12″-aanraakscherm in het midden met de nieuwste generatie van Fords connectiviteits- en entertainmentsysteem SYNC 4A, B&O Sound System… It’s all included, net als alle denkbare veiligheidssystemen.

Conclusie
Hoeveel je minstens op tafel moet leggen voor een Raptor? 57.490 euro… exclusief btw. Die btw is aftrekbaar voor zelfstandigen en bedrijven, maar particulieren moeten dus rekenen op een kleine 70.000 euro all-in. Wie daar niet van terugdeinst, zal dat misschien wel doen voor het verbruik. De WLTP-cijfers zijn impressionant: de 3.0-V6-biturbo stoot 315 g/km CO2 uit en jaagt gemiddeld 13,8 liter E95 door zijn injectoren per honderd kilometer. Op het terrein mag je daar gerust 50 procent bijtellen. Voor wie niet van enige ratio gespeend is en nog even kan wachten is er volgend jaar ook een 2.0-biturbodiesel in Raptor-livrei. De vraag is of de allicht veel minder nobele klank en ‘banale’ prestaties er niet te veel een lauwe ‘Light’-versie van maken. Als je dan toch voor de Big Mac-menu gaat, waarom dan nog bezuinigen op de mayonaise en het zout op de frieten.
Tekst: Dieter Quartier
